Een virtuele Windows Server is een gevirtualiseerde instantie van het Windows Server-besturingssysteem dat wordt uitgevoerd op een virtuele machine in een virtualisatieomgeving. In tegenstelling tot een fysieke server, die een specifieke fysieke hardwarebron gebruikt, maakt een virtuele server gebruik van gedeelde hardwarebronnen op een hostmachine.
1. Virtualisatiesoftware: Om virtuele servers te maken en te beheren, wordt virtualisatiesoftware gebruikt, zoals VMware vSphere, Microsoft Hyper-V, of Citrix XenServer. Deze software maakt het mogelijk om meerdere virtuele machines te draaien op één fysieke server.
2. Hypervisor: De virtualisatiesoftware maakt gebruik van een hypervisor, een laag software die rechtstreeks op de fysieke hardware draait en de virtuele machines beheert. De hypervisor verdeelt de fysieke bronnen van de host, zoals CPU, geheugen en opslag, over de virtuele machines.
3. Virtuele machine (VM): Een virtuele machine is een geïsoleerde omgeving waarin een besturingssysteem en de bijbehorende software worden uitgevoerd. Voor een virtuele Windows Server wordt het Windows Server-besturingssysteem geïnstalleerd binnen een virtuele machine.
4. Resource sharing: Aangezien meerdere virtuele machines dezelfde fysieke hardware delen, wordt het gebruik van de hardwarebronnen dynamisch toegewezen op basis van de behoeften van elke virtuele machine. Dit maakt efficiënter gebruik van de beschikbare middelen mogelijk.
5. Flexibiliteit en schaalbaarheid: Virtuele Windows-servers kunnen gemakkelijk worden gekloond, verplaatst of aangepast aan de veranderende behoeften van een organisatie. Dit maakt het mogelijk om snel nieuwe servers te implementeren of bestaande servers aan te passen zonder dat er nieuwe fysieke hardware nodig is.